De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft afgelopen woensdag 30 juni uitspraak gedaan in Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding (zie hier voor de uitspraak) en het ‘Nevele-arrest’. De uitspraak is niet onopgemerkt gebleven in de media. Maar wat betekent de uitspraak nu werkelijk voor de ontwikkeling van windparken; moeten alle projecten ‘on hold’? En wat betekent dit voor projecten die in procedure zijn? En hoe zit het met bestaande vergunde projecten?
Pondera is nauw betrokken bij Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding als onder meer opsteller van het MER, bestemmingsplan, vergunningaanvraag en onderliggende onderzoeken zoals geluid, slagschaduw en externe veiligheid en zit daardoor dicht bij het vuur. Vanuit alle kanten krijgen wij van opdrachtgevers en overheden vragen of de uitspraak en consequenties voor concrete projecten en hoe aan te vliegen voor een oplossing. We informeren u graag in het kort.
De uitspraak in een notendop
De bepalingen in het Activiteitenbesluit en -regeling (de uitspraak spreekt over ‘windturbinebepalingen’; dit zijn de bepalingen uit de paragrafen 3.2.3 Activiteitenbesluit en 3.2.3 Activiteitenregeling voor het in werking hebben van een windturbine of een combinatie van windturbines) zijn niet vernietigd door de uitspraak, deze bestaan nog steeds. Voor de windturbinebepalingen had echter een milieubeoordeling moeten worden gemaakt, omdat zij kaderstellend zijn voor de toekenning van toekomstige vergunningen. Ook de ruimtelijke onderbouwing in het bestemmingsplan en onderliggende onderzoeken zijn (deels) gebaseerd op de veronderstelde rechtstreeks werkende windturbinebepalingen. , Dit kan daarmee ook niet.
Het Rijk moet dus nu alsnog een plan-m.e.r. doorlopen voor de windturbinebepalingen uit het Activiteitenbesluit en -regeling. Dit gaat dus onder meer op voor de normen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Op basis van dat plan-m.e.r. kunnen vervolgens nieuwe normen worden vastgesteld. Die kunnen gelijk zijn aan de ‘huidige’, maar ook hoger of lager worden.
De uitspraak geeft ook meteen de oplossing: hoe verder
Projecten kunnen wachten tot het plan-MER voor de windturbinebepalingen is uitgevoerd en vervolgens toetsen aan de direct van toepassing zijnde nieuwe normen. Dit zorgt wel voor vertraging in een project omdat nog niet helder is wanneer het plan-MER verwacht kan worden.
Er is echter ook een andere optie. Het is mogelijk voor een project eigen normen te stellen die voor dát specifieke project onderbouwd dienen te worden en voorzien moeten zijn van een (1) actuele, (2) deugdelijke, (3) op zichzelf staande, en (4) op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering (zie overweging 65 van de uitspraak). Voorgaande kan uiteraard ook voor vertraging zorgen, maar afhankelijk van de fase en omvang van het project kan dat natuurlijk uitstekend onderdeel uitmaken van bijvoorbeeld een m.e.r.-traject dat toch al wordt doorlopen voor dát project. Pondera heeft hier al een aanpak voor uitgedacht en heeft hier voor windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding al werk voor verricht. De komende tijd wordt de aanpak verder uitgewerkt en is deze ook bruikbaar voor andere projecten.Deze aanpak kan worden toegepast op lopende projecten (die nog in de vergunningprocedure zitten) maar vooral ook voor nieuwe projecten die niet willen wachten tot het plan-MER van het Rijk klaar is.
Uitspraak niet van toepassing op één of twee windturbines
Voor één of twee windturbines lijken de windturbines normen uit het Activiteitenbesluit en -regeling nog steeds van toepassing. De uitspraak gaat er namelijk van uit dat het Activiteitenbesluit niet meer toepasbaar is vanwege een onjuiste implementatie van de Europese SMB-richtlijn. De SMB-richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in het Besluit m.e.r. Het Besluit m.e.r. is alleen van toepassing op “De oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark”. Een windturbinepark is volgens de begripsbepaling van het Besluit m.e.r. een “park bestaande uit ten minste drie windturbines”. Het Besluit m.e.r. is dus niet van toepassing op één of twee windturbines en dus reikt de uitspraak niet tot projecten van één en twee windturbines. De normen uit het Activiteitenbesluit zijn hier dus nog rechtstreeks van toepassing, waarbij wel in het achterhoofd gehouden moet worden dat de norm kan gaan veranderen…
Bestaande windparken
De uitspraak ziet toe op vast te stellen plannen en te nemen besluiten waardoor het in beginsel geen effect heeft voor bestaande windparken (windparken met een onherroepelijke vergunning). Indien naar aanleiding van het nog op te stellen planMER voor de windturbinebepalingen in het Activiteitenbesluit de normen zelf worden gewijzigd, kan dit uiteraard wel gevolgen hebben voor bestaande projecten.
