Eind 2021 zijn er verschillende besluiten genomen met betrekking tot het project ’Net op zee Hollandse Kust (west Beta)’. Tegen deze besluiten is een beroep ingesteld, ondermeer is als bezwaar geuit dat stikstofdepositie tijdens de aanleg van het project niet goed zou zijn beoordeeld. Op 21 september 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. Dit is onder meer gebaseerd op de voor het project uitgevoerde ecologische beoordeling van de stikstofdepositie tijdens de aanleg.

In het beroep zijn diverse bezwaren aangevoerd die door de Raad van State zijn onderzocht. Eén onderdeel betrof de depositie van stikstof tijdens de aanleg van het project. Bij wet is vastgelegd dat de stikstofemissies van de aanleg niet beoordeeld hoeven te worden; dit betreft de zogenaamde bouwvrijstelling. In beroep is aangevoerd dat deze vrijstelling niet mag worden toegepast.

TenneT heeft voor het project door diverse samenwerkende adviesbureaus, waaronder Pondera en Arcadis samen met TAUW, SWECO en Wittenveen+Bos, de ecologische gevolgen van de stikstofdepositie laten beoordelen. Uit deze beoordeling volgt dat de tijdelijke stikstofdepositie van de aanleg geen negatieve gevolgen heeft voor stikstofgevoelige natuur. Deze beoordeling is tijdens de procedure door TenneT aangeboden aan de Raad van State.

De Raad van State concludeert dat de ecologische beoordeling laat zien dat het project kan worden uitgevoerd, ongeacht of de bouwvrijstelling wordt toegepast, omdat de zekerheid bestaat dat significante negatieve effecten kunnen worden uitgesloten. Hierdoor is de vraag uit het ingediende beroep niet langer relevant.

De uitspraak is een belangrijke mijlpaal voor het project omdat TenneT door kan met de realisatie van het Net op zee Hollandse Kust (west Beta) en daarmee het aansluiten van een grote hoeveelheid duurzame energie van windparken op zee.