Gelegen op ongeveer 77 tot 102 kilometer ten noorden van Ameland, nabij de grens met het Duitse deel van de Noordzee, is Doordewind een van de gebieden die is aangewezen voor de ontwikkeling van windenergie op zee. Voor dit gebied is, in opdracht van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, de milieueffectrapportage (m.e.r.) gestart. Pondera, als onderdeel van Haskoning, voert deze uit in samenwerking met partners Waardenburg Ecology, TNO, MARIN, NewGround Law en HWE. Het MER brengt de mogelijke effecten van het windpark op het milieu en de omgeving in kaart en vormt een basis voor het kavelbesluit en de vergunningverlening. 

Windenergiegebied Doordewind

Windenergiegebied Doordewind maakt deel uit van de Aanvullende Routekaart Windenergie op Zee 2032, waarmee Nederland streeft naar 21 gigawatt (GW) geïnstalleerd vermogen in 2032. Met een gepland totaalvermogen van ongeveer 4 tot 4,6 GW zal het windpark een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen en de versterking van de energieonafhankelijkheid. Windenergiegebied Doordewind wordt verdeeld over vier windparken. Voor elk windpark wordt een kavelbesluit vastgesteld. Voor deze verschillende kavelbesluiten wordt een Milieueffectrapport (MER) opgesteld.  

Milieueffectrapportage

De Milieueffectrapportage is bedoeld om de mogelijke effecten van het project op het milieu zorgvuldig in kaart te brengen en vormt daarmee de basis voor besluitvorming over vergunningverlening en ruimtelijke inpassing. In het MER wordt onder andere gekeken naar:

• Ecologie: De impact op beschermde natuurgebieden zoals het Friese Front en het omliggende ecosysteem staat centraal. Er wordt gekeken naar de impact op de leefgebieden van vogels, vleermuizen, zeezoogdieren, vissen en bodemdieren.
• Scheepvaart en veiligheid: De invloed op bestaande scheepvaartroutes, navigatie en maritieme veiligheid wordt geanalyseerd.
• Overige gebruiksfuncties: Er wordt onder andere gekeken naar de ruimtelijke inpassing van het windpark ten opzichte van overige gebruiksfuncties, zoals mijnbouw, luchtvaart en andere infrastructuur op zee.  
• Actieve visserij: Nieuw ten opzichte van voorgaande kavelbesluiten is dat actieve visserij zal worden gefaciliteerd in windenergiegebied Doordewind, mits uit onderzoek blijkt dat dit veilig, haalbaar en uitvoerbaar kan. In het MER worden de milieueffecten van een windpark zonder en mét actieve visserij in beeld gebracht.  

Voor Doordewind zijn de ecologische en ruimtelijke effecten complex, gezien de nabijheid van Natura 2000-gebieden zoals het Friese Front en Duitse natuurgebieden. Ook weten we dat door de ligging van Doordewind in de Duitse Bocht er sprake kan zijn van ecosysteemeffecten vanwege effecten op stratificatie, primaire productie en die kunnen doorwerken op het hele voedselweb. Het MER zal naar verwachting aanbevelingen bevatten over onder andere mitigerende maatregelen om effecten op zeezoogdieren, vogels en vleermuizen te beperken.

Na afronding van het MER in 2026 volgen inspraakprocedures, ontwerpbesluiten en vergunningverlening. Naar verwachting zal het windpark in gebruik worden genomen in 2032.