In 2023 vierden we dat we de beoogde 4,5 GW aan opgesteld vermogen in de vorm van windenergie op zee hebben staan. Een flinke mijlpaal die op tijd is gehaald tegen minder kosten dan vooraf gedacht. Duidelijk een success story. Daar gaat een geschiedenis aan vooraf. Samen met Hans Rijntalder blikken we terug op 20 jaar wind op zee.
Sinds de eeuwwisseling wordt in Nederland gewerkt aan de ontwikkeling van windparken op zee. In 2007 werd het eerste windpark in bedrijf genomen. Maar we zijn er nog niet: het is de bedoeling dat er in 2030 21 GW staat. En dit moet in 2040 50 GW zijn met 70 GW in 2050 als voorlopig einddoel. Kortom: ondanks de geschiedenis staan we aan het begin van veel nieuwe en vooral grote windparken op zee. Pondera is vanaf het begin betrokken geweest bij de ontwikkeling van wind op zee. Welke lessen leren we uit het verleden?
Ronde 1 (2000-2008):
Windpark Egmond aan Zee en windpark Amalia
Terugkijkend op de totstandkoming van de eerste windparken in Nederland, had de overheid een grote rol in de vroege voorbereidende fase. Studies op het gebied van ecologie, morfologie en bodemonderzoek werden uitgevoerd in opdracht van de overheid. Toen deze studies waren afgerond, kwam er voor met name Egmond aan Zee een tender op de markt waarbij partijen zich konden inschrijven. Er werd een keuze gemaakt op basis van kwaliteitscriteria. Zorgvuldigheid en het leren door evaluatie onder regie van de overheid stond in deze ronde centraal. Deze strak regisserende rol van de overheid zorgde voor wrevel, omdat verschillende marktpartijen bedenkingen hadden mij het voor hen ondoorzichtige selectieproces.
Ronde 2 (2003-2013):
Ruim 70 vergunningsaanvragen, waarvan uiteindelijk windpark Luchterduinen en windpark Gemini zijn gerealiseerd
De tweede ronde gaf de overheid meer regie aan de markt. Zij mochten geschikte locaties aandragen, maar moesten dan wel zelf de Milieu Effect Rapportage (laten) opmaken en een vergunning aanvragen. Op die manier wisten veel partijen tot een vergunning te komen. Voor diegenen die een vergunning bemachtigd hadden, volgde nog een proeve: een tender om subsidie te verkrijgen waarbij vooral de prijs als criterium gold. Dit laatste zorgde bij de uitwerking tot problemen omdat partijen zich maar beperkt hoefden te kwalificeren op ervaring en het vermogen om dergelijke grote projecten echt te realiseren. Dit resulteerde in een lange doorlooptijd. Van de ruim 70 aangevraagde vergunningen zijn in de praktijk twee projecten gerealiseerd.
Ronde 3 (2015-heden):
Het huidige tendersysteem
Onder leiding van minister Kamp is in nauwe samenwerking met de windsector het huidige tendersysteem in het leven geroepen met de routekaart 2023. In dit systeem heeft de overheid weer meer regie op zich genomen. Kwaliteit staat wederom voorop. In 2015 is gestart met de realisatie van deze parken. Al in 2020 waren de eerste windparken operationeel. Bij deze manier van werken worden tenders gegund op basis van kwaliteit en neemt de overheid het risico aan de voorkant, doordat er pas een tender komt, als de vergunningen en de netaansluiting rond zijn. Hierdoor is de doorlooptijd flink verkort en komt er bovendien ruimte voor mooie innovaties die bijdragen aan een versnelling van de energietransitie. Andere landen kijken vaak jaloers naar de Nederlandse manier van werken. Het zorgt in de praktijk namelijk voor een transparant proces waarbij relatief snel goedkope en innovatieve windparken gerealiseerd worden.
De voorspelbaarheid van de routekaart geeft vooral partijen in de supply chain, zoals aannemers, voldoende tijd om bijvoorbeeld schepen te bestellen. In andere landen lijken tenders soms meer op GSM-veilingen waarbij locaties voor windparken per opbod verkocht worden, zonder dat goed naar de kwaliteit wordt gekeken.
Nieuwe paden inslaan
Doorkijkend naar de toekomst zien we dat we op dit moment weer op een schakelpunt staan. Ook nu zijn er verschillende factoren die invloed hebben op de toekomst. We lopen in Nederland aan tegen de grenzen van de mogelijkheden van de Noordzee. In de dagelijkse praktijk komen visserij, ecologie, olie- en gaswinning en wind elkaar steeds vaker tegen. Het is duidelijk dat de windindustrie met andere gebruikers van de Noordzee moet samenwerken om de ambitieuze groei mogelijk te maken. Verder zijn alle ons omringende landen bezig met vergelijkbare ambitieuze programma’s. De sector is hier nog lang niet klaar voor en zal enorm moeten groeien. Nu ronde 3 of de routekaart 2023 is afgerond, heroverweegt de overheid de manier van tendering. Het is natuurlijk goed om daar naar te kijken, maar het investeringsklimaat is door onder meer genoemde factoren en oplopende rente behoorlijk verslechterd. In de omliggende landen zien we al terugtrekkende bewegingen van investeerders. Als je nieuwe paden inslaat, is het belangrijk om goed terug te kijken naar het verleden. Er is al veel leergeld betaald en de kennis die dat heeft opgeleverd moeten we koesteren.